Nadat we terugkomen van de jungle hebben we 1 dagje om even bij te komen en de volgende ochtend vliegen we naar de Galapagos eilanden.

Na ons chilldagje worden we de volgende ochtend vroeg opgehaald door een lieve taxichauffeur met wie ik best een aardig woordje Spaans praat (trots!). Als we bij het vliegveld aankomen, kopen we eerst een visum van 20 dollar p.p. en we stappen het halfvolle vliegtuig is. Eenmaal aangekomen op de Galapagos betaal je p.p. nog eens 100 dollar, hiermee beschermen ze de natuur, zeggen ze. En dat klopt in mijn ogen ook wel. Er is bijvoorbeeld een project opgericht over hoe slecht roken voor de natuur is. Ze hebben de afgelopen jaren alle opgerookte peukies van het strand geplukt en hiermee een heus kunstwerk gemaakt, met een mooie boodschap erin verwerkt. Verder wordt het heel schoon gehouden, er wordt gevraagd weinig water te verbruiken en je krijgt geen rietje bij je drinken (hier kan Europa nog een voorbeeld aan nemen, in Zuid-Amerika zijn ze hier veel meer mee bezig) en nog een paar kleine maar effectieve maatregelen. Geen rietje bij je drinken? Ja ik vond het eerst ook een beetje raar, maar als je ‘rietje slecht voor milieu’ googled, dan zie je waarom!

Weer verder met de reis: het eiland waar we aankomen, is erg droog en met een busje worden we naar het andere kant van het eiland gebracht. Via een bootje varen we naar het eiland Santa Cruz (ook wel het hoofdeiland genoemd) en vanaf hier stappen we in de bus (2 dollar p.p.) die ons in ongeveer 3 kwartier naar het centrum brengt. Onderweg zien we het steeds groener worden, en ook de helderblauwe lucht verandert in wolken en tenslotte gaat het regenen. Dan komen we bij een punt aan waar iedereen moet uitstappen en we lopen in vijf minuten naar ons hostel waar we een vijfpersoonskamer krijgen! We lunchen in een zijstraatje voor 5 dollar per menu (ik laat mama even zien hoe backpackers eten). Mama is niet helemaal fan, haha. Even een voorbeeldje: je krijgt er soep en een hoofdgerecht en als je nog halverwege je soep bent, krijg je je hoofdgerecht al op tafel… beetje apart he ;).

Mama de dierenliefhebber
Daarna lopen we naar de haven waar we veel roodgekleurde krabbetjes en zwarte leguanen spotten. En zelfs een paar zeeleeuwen die op straat chillen. Er komt een klein vogeltje op mijn been zitten en daarna wil het vogeltje bij mama zitten maar mama moet er niets van hebben. ‘Haha, mama de dierenliefhebber, je moet nog 2 weken hier!’, lach ik.
Mama lacht ook: ‘Ik vind ze hartstikke leuk, als ze maar op afstand blijven.’ Daarna lopen we richting het Charles Darwin center (je kan zo makkelijk overal heen lopen hier!) waar je reuzeschildpadden kan zien en een paar strandjes hebt. En we drinken hele lekkere koffie en eten nog betere cheesecake! We boeken ook alvast kaartjes om naar en van het eiland Isabela te komen en mama vindt het wel leuk om in een wat luxer hotel te slapen (‘het is tenslotte vakantie!’). Dus we zoeken een mooi hotel waar we 5 nachtjes boeken.

De volgende ochtend willen we met de fiets naar Rancho Primicias. Dit is een reservaat voor schildpadden, zo’n 16 km fietsen, dat moet ons wel lukken. Als we vertellen tegen de hostel meneer dat we daarheen gaan, vraagt hij: ‘You go by bus or taxi?’ Beetje rare vraag vinden wij, en we roepen in koor: ‘By bike!’ Hij zegt dat dit te zwaar is omdat het alleen maar klimmen is. Wij antwoorden nog dat we uit Nederland komen en dat we iedere dag fietsen maar hij raadt het sterk af. Ik denk aan mijn vorige fietstocht met Robin in Colombia en heb niet zoveel zin dit nog een keer te herhalen met mama. ‘Oke, we gaan met de bus’, zeg ik tegen mama.

De fietsen worden achter de bus gehangen, maar die van mama past niet meer dus die gaat mee in de bus. We worden afgezet in een dorpje waar niemand op straat is. Oke… en nu? Gelukkig wijst een oudere man ons de weg en hij fietst zelfs een stukje mee (iedereen is zo lief hier!). Onderweg naar de ranche komen we al een paar joekels van een schildpadden tegen en we stoppen even voor een foto natuurlijk (je bent toerist of je bent het niet). Ze zijn een beetje schuw, en dat heeft zo een reden (horen we later tijdens een tour) want zo’n 80 jaar geleden werden schildpadden hier nog gegeten op het eiland. En als je nagaat dat deze schildpadden zo’n 100 a 150 jaar worden… dan kan het best dat ze hun vriendjes opgegeten hebben zien worden. Dus als ze je nu ziet, blazen ze weleens naar je en trekken ze hun kop naar binnen. Bij de ranche zijn ze nog groter en er zijn weinig mensen, we zien af en toe een busje aankomen met een handje vol toeristen. Oja dan wil ik ook meteen het volgende zeggen…

ZIJN DE GALAPAGOS EILANDEN DUUR?
‘De Galapagos eilanden zijn zo duur!’ Dit hoorde ik dus voordat we hierheen gingen en dit had me er bijna van weerhouden om hierheen te gaan. En als ik enthousiast vertel over de Galapagos eilanden, zeggen mensen vaak: ‘Ja maar het is zo duur!’ Laat ik even een voorbeeld geven met het stukje hierboven. De fietsen die waren gratis bij het hostel (dit wist ik van tevoren en o.a. daarom had ik dit hostel uitgekozen). De bus was 1 dollar en voor de ranche moest je (dacht ik) 5 dollar betalen. Nou, dat valt allemaal best mee toch? Daar ben je dan ook een dagje mee zoet. Maar er zijn ook tours waar je met een bus wordt opgehaald en naar de ranche wordt gebracht en waarschijnlijk nog een paar andere plekken bezoekt. Nu weet ik niet hoeveel dit ongeveer kost, maar de tours hier zijn best wel duur (dat gaat niet op tegen de 1 dollar die wij pp hebben betaald natuurlijk, want de entree moet je sowieso betalen).

Zo’n beetje alles kan je hier op eigen gelegenheid doen. Om even voor te lopen op de tijd dat we hier zaten: we hebben 2 keer een tour gedaan, waar je wel meer dan 100 dollar p.p. voor kwijt bent, maar verder konden we alles zelf doen. Met een beetje research van tevoren scheelt dit echt ontzettend veel geld en ik vind het 100 x zo leuk om zelf op avontuur te gaan en gelukkig heb ik een mama die dit ook allemaal leuk vond. Je kan ook een paar dagen mee varen op een boot (alles inclusief). Ik zou dit aanraden als je naar eilanden wilt waar je zelf niet kunt komen, dus echt met een tour moet doen. Maar goed, kost flink wat geld en misschien zie je sommige dieren wel die wij niet hebben gezien, maar wij hebben dit niet gedaan. En tot slot: je kan hostels voor 15 dollar pp boeken (privekamer) of een hotel dat natuurlijk duurder is. Dus, om antwoord te geven op de vraag: je kan het echt zo duur maken als je zelf wilt, maar het hoeft helemaal niet zooo duur te zijn. In vergelijking met Zuid-Amerika zijn de prijzen hier wel iets hoger, ja.

Kruipend door een lavatunnel
Verder met het verhaal: Na de ranche fietsen we langs lavatunnels en we willen hier wel even kijken. (Deze eerste dag is meteen al zo leuk want ik dacht dat het echt toeristisch zou zijn, maar je komt weinig mensen tegen. We hebben de hele tijd het idee dat we alleen zijn.) In de lavatunnel hangen lichtjes. Eerst loopt alles vlak maar dan moeten we een beetje over rotsen klimmen. Weer wat later zien we dat we niet verder kunnen of we moeten liggend door een spleet kruipen. Mama roept van een afstandje: ‘Nou dat ga ik echt niet doen hoor!’ Maar dan staan we ervoor, mama kijkt eronder door en we zien dat het maar een klein stukje is. En voordat ik het weet ligt mama op haar buik en kruipt ze over de plaat die er ligt, naar de andere kant (ik natuurlijk foto’s maken en mama ook van mij).

Daarna lopen we terug en pakken onze fietsen om terug naar het hostel te gaan. We beklimmen een paar flinke heuvels en ik ben heel blij dat we niet zo eigenwijs waren om de heenweg ook te fietsen. Dan komen we bij een winkel en kopen hier cake. Ik zeg winkel maar dat is het bijna niet te noemen. Een paar rijen met planken, voor 1/3 gevuld maar wel heerlijke cake! Echt geweldig om zo’n winkel ook te zien, daar word ik echt blij van. Klinkt misschien een beetje gek maar dat het allemaal zo makkelijk hier gaat en niemand maakt zich hier druk (dat zie je dan in zo’n winkeltje terug). Eenmaal buiten komen 2 grote honden op ons af, die lusten ook wel cake. Mama vindt dit helemaal niks. Ik word er ook niet blij van maar zeg nog tegen mama dat het lieve honden zijn en dat ze niets doen (ook al zien ze er een beetje gevaarlijk uit). Meestal zijn de rollen omgedraaid en heeft Robin mijn rol, maar met mama erbij ben ik dat (grappig dat je automatisch van rol wisselt als je met iemand anders reist). Maar na een tijdje vind ik het ook wel genoeg dus we lopen iets verder door waar we wat rustiger kunnen eten. Daarna lekker heuvel af fietsen, heerlijk (zijn we heel goed in).

We lopen nog even naar Los Ninfas, dit is een klein meertje met mangrove en is om de hoek van ons hostel en daarna lopen we naar Tortuga bay; een groot strand waar we eigenlijk maar tien minuten zijn want dan sluit het weer maar dat is niet erg, het was een leuke wandeling.

De volgende dag weer even naar het Charles Darwin center gelopen en toen de hele route gevolgd. Schildpadjes van klein tot mega groot! Ook even bij de visafslag gekeken waar ze verse vis verkopen, en dat weten de pelikanen en zeehonden ook maar al te goed!

Varen met een diva
Die middag gaan we met de boot naar een ander eiland. Een half uur van tevoren nemen we nog even een pilletje tegen zeeziekte. We komen als laatste aan op de boot dus er is geen plek meer achterin (waar je het minste last hebt van de zee). Ik baal, want ik heb snel last van zeeziekte. Uiteindelijk vraag ik toch even of ik ertussen mag, en daarbij maak ik een kotsgebaar, haha zo van: ‘anders moet ik kotsen’. Toen schoof iedereen opeens wel op. We zijn met ongeveer 15 man op de boot (ja best een klein bootje, en boven zijn nog 2 zitplekken). Mijn tactiek: naar het omringende land blijven kijken voor de komende twee uur. Maar na tien minuten stopt de boot. WAT!? Zie je iedereen denken. En dan komt er een meisje van boven dat moet plassen. Of beter gezegd: diva. Ik vind haar meteen stom, want hoe kan je na 10 minuten al moeten plassen? Doe dat dan even voordat we weggaan. Want stilstaan op een open zee, daar word je pas echt zeeziek van. Als het piswijf (mama en ik vonden dit wel een mooie benaming) weer op haar plek is, gaan we weer verder. Ik blijf weer naar het land kijken en dan moet een vrouw kotsen. ‘Niet kijken, niet kijken’, denk ik en ondertussen komt het piswijf weer naar beneden om weer naar de wc te gaan en ik heb zin om haar van de boot te duwen, haha. Ik klink nu een beetje boos, maar iedereen van de passagiers was niet zo blij met deze dame. Ze is ook de enige die moest plassen en dat twee keer. Ze nam ook lekker haar tijd en het leek haar niet uit te maken dat er nog meer mensen op de boot waren (agh ja lastig uit te leggen maar dat is weer zoiets van: je had er bij moeten zijn). Het kotsgeluid is nog beter hoorbaar als de boot stilstaat en het geluid doet me denken aan een ezel. Dus ik bedenk me maar dat er een ezel op de boot is iedere keer dat ik het geluid hoor. Geen idee hoe ik zo’n 2,5 uur heb doorgebracht op de boot maar uiteindelijk zijn we er. We lopen naar ons hotel en worden ontvangen door de knapste jongen van het eiland (gokken we). Hij legt ons van alles uit, laat ons de kamer zien, het dakterras en het privestrand, helemaal leuk. Als we eenmaal samen onze kamer binnen lopen en de jongen is weg:
‘Wat een poepie!’
‘Nou die mag hier ook wel blijven slapen, plek zat!’

We hebben trek en we gaan meteen eten: Dagmenu (voor-, hoofd-, en nagerecht plus drinken) is 8 dollar, en als je 1 wijntje wilt: 8 dollar, bizar!

De volgende ochtend lopen we na het ontbijt naar de flamingo’s. Hier komen we weer een broedcentrum voor schildpadden tegen dus ook hier even langs (en hier hadden we ook het punt bereikt dat we landschildpadden niet meer zo interessant vonden…). Grappig he, dat je de eerste dag bij iedere schildpad een foto maakt, en na een paar dagen loop je er gewoon langs ;).

Snorkelen! (met o.a. zelfverzonnen vissen)
’s Middags delen we een pizza en we lopen naar een strandje waar je goed kan snorkelen. Maar dit blijkt een steiger te zijn, zonder strandje, maar je kan er wel goed snorkelen! Wij weer terug naar het hotel om snorkels te halen (we dachten eerst: we gaan wel even chillen en dan zien we wel). Maar onze knappie heeft ook nog 2 swimsuits en 2 paar flippers voor ons! Helemaal top want het water is best koud als je er een tijdje in ligt. Tijdens het snorkelen zien we vooral vissen, maar ook zeesterren. Opeens hoor ik mama naast me lachen in het water.
Ik: ‘Wat is er?!’
Mama: ‘Ik dacht dat ik een mooie gele vis zag, maar het was een blaadje!’
Even later zie ik een oranje met paarse vis, super mooi! Ik gebaar mama dat ze hierheen moet komen, maar volgens mij ziet ze me niet. Ik draai me om en dan hoor ik haar gillen en weer lachen en mama zegt: ‘Ik dacht dat er een grote vis bij me was, maar het was jouw flipper!’ Zelf verzinnen dat je vissen ziet, is ook een optie natuurlijk 😉 Het is lekker rustig in het water, want het is einde middag. Snorkelen kan je op deze plek ook met een guide doen, (net als alle dingen hier), maar dat is een beetje onzin (vind ik): je huurt wat spullen, duikt het water in en: TADAAA visjes!  

Tour ‘Los Tuneles’ – roggen, haaien, blue footed boobies en zeeschildpadden!
Wel hebben we voor de volgende dag de tour ‘Los Tuneles’ geboekt. Een populaire tour die je niet zelf kan doen en blijkbaar gedaan ‘moet’ hebben. De volgende ochtend staan we om 11 bij de agency om wetsuits te passen. Vervolgens met een auto naar de haven waar we op een boot stappen. We varen zo’n 45 minuten en komen dan bij tunnels die zijn gecreëerd door lava bij een vulkaanuitbarsting. Echt een hele mooie, bijzondere plek. We zien hier de eerste reuzeschildpad zwemmen (tot nu toe alleen die op het land gezien) en de famous blue footed boobies dansen voor onze neus! Zo leuk, we kunnen heel dichtbij komen. Een vrouwtje zit op een nest met een baby en een ei. En de mannetjes vechten om een vrouwtje door een paringsdans te doen, zo grappig hoe ze met hun voetjes dansen! Daarna varen we naar de plek waar het snorkelen begint. Ik laat me in het water glijden en zie meteen al 3 zeeschildpadden, wat een joekels! Daarna allemaal gekleurde visjes en vervolgens door naar het stuk van de haaien! Opeens pakt de guide mijn hand (wat gebeurt hier?) en neemt me mee naar een stuk waar wel 15 tot 20 haaien zwemmen. Het zijn geen mega grote haaien, maar hallo het zijn haaien!

Echt zo bizar wat er hier allemaal zwemt en dan de aantallen! Ook zien we 2 octopussen, zeesterren en zeepaardjes. En dan een mega rog (mantarog) Een zwarte, echt een grote! En nog een pijlstaartrog (die met de lange staart dus). Ik doe even mijn bril af en zet ‘m weer goed als ik mama naast me een geluid hoor maken en onder me wijst. Ik zet snel dat ding weer op en kijk. Nog zo’n grote, donkere rog! Toch best eng als ie zo onder je zwemt. Dan begin ik te klappertanden. Ondertussen heb ik alle dieren gezien dus ik besluit terug naar de boot te gaan. Daar krijgen we een lekker warm theetje en na 5 minuten komt de rest van de groep ook. Na de boottocht zet de jeep ons af bij ons hotel en morgen kunnen we de foto’s ophalen die tijdens die middag zijn gemaakt!

De volgende ochtend hebben we geen plannen, dus we zien wel! Fijn ook om hier een dagje rustig aan te doen, het is zo mooi hier! De zon schijnt (dat is een wonder, want het is bijna alleen maar bewolkt, maar toch altijd warm) dus we besluiten even op ons privestrandje te chillen. Na 2 uurtjes is het toch wel weer wat fris dus we halen de foto’s op van de dag ervoor en selecteren de leukste (of terwijl waar wij opstaan en de vissen, haha). We hebben niet zo’n trek om te lunchen maar na een tijdje zijn we (of vooral ik) alleen maar nootjes aan het eten dus besluiten we toch maar te gaan lunchen.

We bestellen een salade en ‘pan de ajo’ (knoflook brood). De ober vertelt ons dat het langer duurt want de oven is nog niet warm. Uiteindelijk zien we hem heen en weer fietsen om een salade bij elkaar te sprokkelen (tomaatje hier, krop sla daar) en mama en ik moeten lachen.

Na de lunch lopen we naar het andere kant van het eiland en hier komen we Denise en Gerard tegen (Robin en ik hebben dit stel ontmoet in Colombia). Even bij gekletst, ijsje gegeten en verder langs het strand gelopen.De terugweg wil mama op het strand hardlopen (ik ben niet zo’n hardloper) en ik ga wat dichter bij de zee lopen en zie de mooiste paars/roze schelpen. Even later komen we nog een gezellig tentje tegen waar we mojito’s en nacho’s bestellen. Ook zien we onze vriend Bob Marley hier (we hoeven vast niet uit te leggen waarom we hem zo noemen). We zien hem iedere dag rondjes rijden op het eiland en begroet (vooral dames) alsof ie ze al jaren kent. En nu dus weer, wel een leuke vent.

*Volgende keer vertel ik meer over onze vriend Bob en komen we de meest irritante Amerikaan ooit tegen. En ik kan je vertellen: het is moeilijk om op zo’n klein eiland mensen te negeren want je komt ze daarna overal tegen…

*En we gaan naar het eiland San Christobal (persoonlijk mijn favoriete eiland want daar zijn heel veel van mijn lievelings dieren!) Nu had ik eerst eigenlijk nooit een lievelingsdier maar na dit eiland te hebben bezocht, heb ik dus wel een lievelingsdier…

Santa Cruz

Zeeleeuwen op Isabela

Haai (op links!) en ik 

Mama (in het blauw) en ik (in het roze)

De blue footed boobies! Als je goed kijkt, zie je er 5! (1 op het nest en linksonder 1 die aan het dansen is met zijn vleugels. En dan die blauwe voetjes!)