Kijk jij het? Nee? Te confronterend? Of kijk je het juist wel omdat het weer net even andere televisie is?

Ik heb het eigenlijk nooit gekeken. Niet perse bewust, maar het leek me allemaal een beetje zielig. Geen zin in. Toen ik net ziek was, kreeg ik een paar keer een opmerking of het geen goed idee was om mee te doen aan het programma ‘Over mijn lijk’. Super heftig als mensen dat tegen je zeggen want de mensen in ‘Over mijn lijk’ zijn ongeneeslijk ziek. Ik ging helemaal niet dood, ik had ‘alleen’ kanker maar ik zou genezen.

Tijdens mijn chemo’s werd er weer een nieuwe serie uitgezonden. Echt niet dat ik dat wilde kijken. Maar nu ben ik een jaar verder en zag ik pas toevallig ‘Over mijn lijk’ voorbij komen. Ik keek er even naar, kreeg kippenvel en er rolde een paar tranen over mijn wangen, iets wat best bijzonder is want ik huil niet zo vaak. Vijf minuutjes had ik maar gekeken, maar wat een bijzondere mensen zag ik voorbij komen. Sindsdien volg ik het.

En ja, ik heb een ‘favoriet’, dat is Eveline (30). Ik weet dondersgoed waarom ze mijn favoriet is, de manier waarop zij de dingen aanpakt en over haar ziekte praat, doet me heel erg aan mezelf denken in die periode. En ja, ik wist wél dat ik beter zou worden maar toch kan ik me heel goed in haar verplaatsen.

“Ik geloof dat positief denken en je sterk voelen een positief effect heeft, het geeft je kracht.” Een uitspraak van Eveline waar ik me helemaal in kan vinden.

Ook werd er deze week aan haar ouders gevraagd of ze boos zijn op de situatie. Ze antwoordden dat ze eerst heel boos waren maar doordat Eveline positief bleef, konden ze er beter mee dealen. Oef, weer zo’n uitspraak die me zo bekend voorkomt.

Ik weet niet hoe het is om een ouder te zijn maar je hoort vaak dat je kind verliezen het ergste is dat je kan overkomen als ouder. Nu zal ik het eens omdraaien. Persoonlijk vond ik het voor mijn ouders het allerergst dat ik kanker had. Oja en voor mijn opa. Maar niet voor mezelf. Toen we net te horen hadden gekregen dat ik ziek was en we terug naar huis reden, vroeg mijn vader of ik anders even langs opa wilde om het te vertellen. Dat was de eerste keer dat ik in tranen uitbarstte. Ik kon het echt niet over mijn hart verkrijgen om tegen mijn opa te vertellen dat zijn kleindochter kanker had.

Op dat moment vond ik mezelf niet zielig, ik vond het ook niet erg voor mezelf. Juist omdat het over jezelf gaat en ik me op dat moment prima voelde. Oef, nu ik deze alinea schrijf wordt ik toch best emotioneel.

Om het ouders gedeelte even af te sluiten: Ik weet nog zo zo goed dat mijn moeder in één van de eerste dagen aan de telefoon was met een vriendin van haar, ze stond in de keuken en ik hoorde haar zeggen: ‘Ik had het zo graag van haar overgenomen, maar dat gaat helaas niet.’ Ik werd boos, of nouja boos, ik liep naar mijn moeder en zei: ‘Mam! Ik wil niet dat je dit zegt. Ik heb het, ik krijg die chemo en zo is het nu eenmaal en het komt allemaal goed.’ Je wil dat gewoon echt niet horen.

Even terug naar Eveline. Zij heeft ervoor gekozen om in de tijd die ze nog heeft verschillende landen te bezoeken met haar familie, vrienden en haar vriend. Allemaal tripjes en iedere keer met iemand anders. Geweldig gewoon als je dit ziet.

Ik zie zoveel positiviteit, zoveel genieten. Alle ‘belangrijke’ dingen worden ineens zo onbelangrijk en het enige wat er nog toe doet is genieten van de mooie dingen. En wat ik haar ook hoorde zeggen: ‘kanker heeft me zoveel gebracht’.

Een heftige uitspraak maar ik kan alleen maar heftig met mijn hoofd ‘JA’ knikken. Ik herken zoveel en dat is best wel fijn. Nu je een jaar verder bent is de storm zo goed als gaan liggen voor mijn omgeving, daar ben ik eigenlijk heel blij mee. Gesprekken gaan niet meer grotendeels over ‘de kanker’, iets wat best wel oplucht maar waarvan ik ondertussen weet dat het ‘erbij hoort’. Want iedere keer dat ik iemand zie die ik een poosje niet heb gezien, gaat het eerst over mijn gezondheid. Tja, wat kan ik erover zeggen, het is natuurlijk ontzettend lief en ik weet ook wel dat het er gewoon ‘bij hoort’. Maar als ik het verhaal dan vertel, lijkt het af en toe nog steeds of ik het over iemand anders heb.

Om als laatste nog even op het programma terug te komen: nog even een applausje en heel veel respect voor de makers van dit programma, dat mag ook wel gezegd worden.