Eigenlijk miste ik papa al een paar jaar. Soms in vlagen was mijn oude papa weer terug en kreeg ik weer hoop. Ik merk nu, na zijn dood dat ik al die jaren boos ben geweest. Boos op dat hij ziek was, boos op dat we tegelijk ziek waren, boos omdat ik wilde dat hij weer mijn oude papa werd. Boos omdat het mijn papa was die ziek was en boos omdat ik geen snars van die ziekte begrijp. ‘Anouk, het is alleen maar goed dat je het niet begrijpt’, zei hij dan.

En nu ik definitief weet dat ik mijn vader, hoe hij altijd was, nooit meer terugkrijg, is er verdriet. Omdat ik er meer voor papa had willen zijn, omdat ik minder boos had willen zijn, omdat ik nog een keer tegen hem aan had willen kruipen, omdat ik hem al een paar jaar zo verschrikkelijk mis.

Maar nu is het voor altijd. Het idee dat ik misschien nog wel 60 jaar dit leven mag leven en dat mijn vader daar geen deel van uitmaakt… geen woorden voor.

Dat ik misschien ooit kinderen krijg en hij daar niet bij is. Ik weet nog zo goed dat we in het ziekenhuis waren, vlak voor de chemo’s en er een mogelijkheid was dat ik misschien nooit zelf kinderen kon krijgen. Ik vroeg aan mijn ouders: “Misschien adopteer ik dan wel kinderen, wat vinden jullie daar dan van?” Hij zei: “Als het kind ‘opa’ kan zeggen, vind ik alles goed.”

En toen het definitief was, dat hij er nu niet meer is en nooit meer terugkomt, dat moment viel alle boosheid weg. Vanaf dat moment was ik niet meer boos op mijn vader. Alsof ik het toen allemaal begreep?

Dat hij dit ook niet zo had gewild. Dat hij ziek was, ontzettend ziek en dat hij het ook niet zo had willen beëindigen. Misschien doet de meeste pijn nog wel dat hij die laatste uren alleen was, dat ik niet bij hem heb kunnen zijn en nog iets liefs had kunnen zeggen. Dat hij de beste papa is.

Het mooiste en tegelijk het ergste vind ik misschien nog dat ik het die ochtend heb gevoeld. Ik kwam jankend op werk aan en wist niet waarom. Op weg naar werk moest ik zo erg aan hem denken. Ik wilde naar huis, voelde me raar maar kon niet precies mijn vinger erop leggen. Tegen het einde van de ochtend was dat gevoel weg en kon ik weer lachen, voelde ik me weer goed. Had ik hem toen nog maar gebeld… Maarja en dan? Eigenlijk geloof ik ook niet in de ‘had ik maar’.

Omdat ik me vlak voor zijn dood zo naar voelde en vlak na zijn dood weer beter, geloof ik dat hij daar rust heeft. Dat hij daar niet meer ziek is en dat hij daar bij oma is. Waar dat ‘daar’ dan ook mag zijn. Maar het maakt het verdriet niet minder.

Ik ben ontzettend dankbaar dat hij mijn vader is. Dat ik door hem ben opgevoed en voor alle mooie momenten die ik met hem heb gehad en die we als gezin hadden. Tot ooit papa…