Met een lichtelijke kater schrijf ik dit blog vanuit Mendoza, dé wijnstreek van Argentinië. Hoe ik aan die kater kom, hoef ik dan ook niet verder toe te lichten denk ik ;). Meer over Mendoza volgende week. Eerst neem ik jullie mee naar onze tijd in Chili.

Want vanuit Bariloche reizen we richting Pucón. Directe busritten naar Pucon zitten al vol dus we besluiten om een busticket te boeken naar een tussen gelegen stadje, Junin (de naam wist Robin nog, ik was de naam al vergeten). ’s Ochtends vertrekken we uit Bariloche en rond 13.00 uur komen we in Junin aan. We hebben nog geen ticket van Junin naar Pucón, omdat de bussen soms veel vertraging hebben, beetje lullig als je je bus dan mist. En vaak is er ook nog plek. Vaak… Want als we in Junin aankomen en ik vraag of we 2 bustickets voor die middag kunnen kopen, is de bus vol. Morgenochtend vroeg gaat pas de volgende. Ik vraag of er echt geen andere mogelijkheid is en of er weleens mensen afvallen waardoor wij lastminute meekunnen maar hij geeft me een kleine kans.

Ik voel me op dat moment een echte reiziger, want ons plan voor vandaag gaat niet door dus dat betekent dat we hier een nachtje moeten blijven. Ook voel ik me trots omdat ik heel relaxt reageer op het niet doorgaan van ons plan, en dat laat ik Robin de hele dag weten. Ik vind mezelf mega flexibel en een doorgewinterde reiziger (ook zonder winter in Argentinië).

Zoals jullie uit mijn vorige blogs misschien kunnen opmaken, ben ik best wel een planner en vind ik het fijn als alles goed geregeld is. Een gezonde controlfreak? Nu weet ik na de afgelopen jaren natuurlijk dat je leuk kan gaan plannen maar dat het leven lang niet altijd zo loopt als je gepland had. Of beter gezegd: vaak niet. De laatste 2 jaar nam ik me dan ook voor om meer spontane dingen te doen en om hier meer voor open te staan. Want dat vind ik vaak lastig, maar op reis zijn heel veel dingen spontaan en dat gaat me goed af!

We vinden een hostel met een  ruime privé kamer en betalen bijna de helft van wat we in Bariloche voor een tweepersoonskamer betaalden. De volgende ochtend gaan we vroeg naar de bus.

Als we in Pucon aankomen, lopen we naar ons hostel. Maps.me (IDEALE APP!) geeft aan dat we er zijn maar het ziet er een beetje raar uit. We zien nergens de naam staan en achter het hek ziet het er nogal onverzorgd uit (ik zeg het netjes). Binnen ruikt het extreem naar hond (en die loopt er ook rond), hondenharen liggen op de lakens en als klap op de vuurpijl vertelt de host trots dat er net is schoongemaakt. Als k naar het toilet ga, lijkt het of er 3 maanden niet schoon is gemaakt. En geloof me: tijdens het reizen raak je echt wel aan wat gewend, maar dit is niet oké. We dumpen onze spullen en willen eerst even wat eten, want pas dan kan je goed nadenken. Maar als we op straat lopen worden we het eigenlijk al snel eens: hier gaan we vannacht niet slapen. We besluiten om meteen door te lopen naar een hostel dat we ook hebben gezien op internet. We komen net op tijd, want er zijn precies nog 2 plekjes. Wel op twee verschillende kamers maar dat maakt ons niet uit, als we maar niet in dat andere hostel hoeven te slapen.

Wat een verschil tussen die twee hostels. Hier word je meteen alles verteld wat je kan doen, waar je goed kan eten (had ik aan de man van het vieze hostel gevraagd maar hij moest zo lang nadenken en zoeken op de kaart dat we er al geen vertrouwen in hadden) etc.
Ook heeft dit hostel over alles nagedacht, dat zie je in alle kleine dingen. Van je bagage stallen tot wel tien verschillende kruiden in de keuken die je kan gebruiken. En daar houd ik dus van, als je voelt dat mensen hun werk super leuk vinden en als ze zich in hun doelgroep verplaatsen.

Nadat we hebben gegeten besluiten we terug te gaan naar het vieze hostel. Want we hebben al voor 3 nachten geboekt in het top hostel, nu nog even vertellen dat we niet in het vieze hostel gaan slapen en waarom. Robin zegt nog dat we ook niet kunnen zeggen waarom we er niet willen slapen… maar ik denk dat het wel goed is om uit te leggen. Kunnen ze het ook nog verbeteren. ‘Mag ik het zeggen!?’, vraag ik aan Robin.

Ik vind het wel interessant om dat te oefenen: er niet omheen praten, maar meteen het slechte nieuws brengen, dat zei papa altijd. Vandaar dat Sven en ik altijd zo lekker direct en eerlijk zijn, hahaha.

Het gesprek gaat ongeveer zo. We lopen het vieze hostel binnen en we gaan direct naar de host toe: ‘He!’, zeg ik en de man draait zich om en glimlacht. Ik zeg vriendelijk: ‘We want to tell you that we’re not going to sleep here. Because it is not clean enough for us.’ (altijd op jezelf betrekken en lekker kort blijven, dan kan er niets fout gaan). Ik denk dat deze man niet zo goed weet hoe hij moet handelen. Want het blijft stil en misschien zegt hij iets van: ‘Oh oke’, maar niet veel meer. Ik vind het een beetje zielig want dat gezicht van hem… ahw..

Ik laat de stilte expres vallen (interview trucje) maar als ik niet veel respons krijg zeg ik iets als: ‘I think there is nothing left to say… for us.’ En dan brabbel ik iets over de sleutel van onze kamer. Ik geef hem de sleutel, we bedanken hem voor zijn gastvrijheid en opgelucht lopen we naar buiten. We hadden verschillende scenario’s bedacht over wat de man had kunnen zeggen, dus dit viel reuze mee. Trots dat we het hebben gezegd en blij dat we naar ons mooie hostel kunnen.

De volgende dag gaan we met een groep canoyningen. Van rotsen afspringen in het water, door rivieren lopen en jezelf goed vasthouden aan stenen want er staat een flinke stroming. Dit is echt heel leuk en ik krijg er echt een kick van. De guides hebben ook een goede aanpak. Waardoor je niet eens de tijd hebt om te twijfelen of je die hoge rots af wilt springen maar gewoon gaat. En dat heb ik echt nodig. Zodra ik het eerst ga analyseren, ga ik twijfelen en dan ga ik niet meer. Nu wordt uitgelegd hoe je moet springen en hup, gewoon gaan. En ik denk dat dit voor sommige dingen in het leven ook de juiste aanpak voor mij is. Je wel voorbereiden, maar niet over-analyseren en te veel denken wat er allemaal mis kan gaan. Hup gewoon springen. Wat een heerlijk gevoel.

Als we terugkomen horen we dat we een gratis upgrade hebben naar een klein houten huisje (zie foto). Super leuk en echt een heerlijk bed. Het beste hostelbed tot nu toe.

Die dag erna ga ik paardrijden. Robin was eerst van plan om een andere sport in het water te doen maar door het cannoyningen hebben we beiden nogal last van spierpijn in ons nek dus Robin besluit om in het hostel te blijven en een kappertje te pakken (die schijnt goed te zijn in Pucon).

Paardrijden
Ik heb dus nog nooit paard gereden en ik weet niet waarom ik dit wilde doen want eigenlijk vind ik het niks voor mezelf. Maar beginners kunnen ook meedoen dus ik besluit een gokje te wagen. We zijn met 9 personen en 2 begeleiders. Iedereen heeft ervaring behalve 1 andere jongen en ik. Als ik 1 minuut op Sombra zit (wat schaduw betekent), heeft ze een aanvaring met een ander paard, waar ik van schrik. Ik besluit om genoeg ruimte te laten tussen het paard voor mij en mijn paard. Na de eerste 10 minuten van mijn leven op een paard, komen we bij een weiland en de guides vragen of we willen galopperen. Ik voel me als een pasgeboren baby die gevraagd wordt om te lopen. Als ik zeg dat ik niet wil denken de guides dat ik een grapje maak. Maar ik zeg dat ik me nog niet op mijn gemak voel op het paard. Zelf vind ik dit niet zo heel raar en ik besluit me om ook niets aan te trekken van wat de groep wil maar wat ik zelf wil. Al snel merk ik dat mijn paard langzaam gaat waardoor ik een stukje achter de groep lig. Mijn paard is een chillpaard, houdt van eten en drinken (ieder moment pakt ze aan) en soms stopt ze uit het niets of neemt een stukje binnendoor of net even een andere route dan de rest van de paarden. Lekker eigenwijs dus, ik kan er wel om lachen. Net Robin maar dan een paard (dit dacht ik terwijl ik aan het paardrijden was en toen ik over Sombra vertelde aan Robin zei hij uit zichzelf: dat lijk ik wel! 😉 )

Na een tijdje krijg ik last van mijn knieën. Het lukt me zelfs niet meer om het paard een kick te geven als het stopt. Uiteindelijk blijkt dat… ja hoe noem je dat… waar je voeten in moeten als je op een paard zit? Anyway: ze waren te kort (Hollandse lange benen he). Ze worden versteld en we hebben pauze. Ik ben een beetje chagrijnig omdat mijn knieën pijn doen en ik me een beetje de loser van de groep voel (ja ik ben gewoon eerlijk 😉 ). We hebben een kleine lunch en ik probeer mijn mindset om te zetten want ik moet hoe dan ook op het paard terug. En dat lukt, want tegen de tijd dat ik weer naar Sombra loop doen mijn knieën minder pijn en ik besluit om vooraan de groep te gaan rijden. Ik begin me comfortabeler te voelen en met mijn knieën gaat het goed. Ik begin Sombra te waarderen en ik begrijp waarom juist ik op Sombra rijd. Want ze is heel nauwkeurig in haar stappen zodat ze niet uitglijdt. Het is best een heftige tocht door de bossen en smalle paden, Europese paarden zouden deze tocht niet kunnen doen (hoorde ik dan weer van mijn guide). Af en toe zie ik een paard voor me wegglijden maar die van mij blijft heel steady. Dus ja, Sombra en ik worden vriendinnen en de rest van de rit heb ik tegen haar gepraat, was best gezellig.

Die dag erna wordt mijn haar geknipt, waaaah flink kort zoals jullie op de foto kunnen zien. De eerste dag was ik er absoluut niet blij mee maar daarna wel! Ik associeerde kort haar altijd met kanker en daarom wilde ik nooit meer kort haar. In een spontane bui toch heel de boel afgeknipt want ik was het eigenlijk alweer zat. Haha, heb je zo lang gewacht tot het weer lang wordt en dan knip je het halverwege af.

Na Pucon reizen we verder naar Valparaiso, dit ligt 1,5 uur van Santiago. We besluiten om Santiago niet te doen omdat we geen zin hebben in een grote stad. Valparaiso is kleiner en heeft veel streetart. Wat me wel opvalt, is dat ik me hier niet zo veilig voel op de 1 of andere manier. Ik vind het een beetje een vieze stad, heel veel zwerfhonden en het ruikt vaak naar pis.

Na een dagje streetart belanden we op een terras en raken we aan de praat met een Chileens stel. Als zij vertrekken, ziet Robin even daarna een bekende op het terras. Een Nederlands stel dat we in El Chalten hebben ontmoet. Ze zijn met vier anderen en we besluiten om erbij te gaan zitten. Al snel wisselen we onze ideeën uit over de plekken die we hierna wilen bezoeken. Toevallig, we hebben precies dezelfde plekken op ‘de planning’. Ze vertellen dat ze in Salta een auto willen huren met een ander Nederlands stel en ze vragen of we zin hebben om mee te gaan. En daar hebben wij wel zin in! Al vanaf de eerste ontmoeting hadden we een leuke klik met ze, ik denk dat ik er toen niet over heb geschreven omdat we ze 1 avond hebben gesproken. Maar dan merk je wel meteen of het klikt. Uiteindelijk met z’n viertjes gaan eten, een hele gezellig avond!

Die dagen erna veel rondgelopen in Valparaiso en de laatste dag een fietstocht gemaakt. In zo’n stad is fietsen ook echt leuk. Je hebt af en toe fietspaden, het is niet te druk en fietsen is gewoon zoooo fijn. Ik merk echt dat fietsen me goed doet. Je bent wel samen maar toch alleen op je fiets, je kan veel zien, stoppen wanneer je wilt en geen last van mijn knie!

Dan wil ik nog een leuk verhaaltje vertellen over de fietstocht. Daarna stop ik ermee want het wordt wel erg lang weer he 😉

Na een fijn fietspad komen we op een grindpad. Robin rijdt een stuk voor me en opeens komt er een hond van links blaffend achter hem aanrennen. Ik stap af en denk: hier ga ik echt niet langs fietsen. Ik zie dat Robin voorbij de hond is en de hond loopt weer terug en ziet mij staan. Oke, ga gewoon Anouk, denk ik. De hond is nog ver genoeg van me zodat ik genoeg tijd heb om vaart te maken. De hond staat me al op te wachten en rent blaffend achter me aan, ik ga nog harder en kijk half achterom (volgens mij kun je dat beter niet doen). Ik denk even dat ie weg is maar hij komt terug. ‘Niet gillen’, denk ik. Het is een flinke hond maar uiteindelijk is ie weg en Robin wacht iets verder op me. ‘De terugweg gaan we hier NIET langs’, is het eerste wat ik zeg. We rijden 3 minuten verder en dan is er een slagboom, we mogen hier niet verder, vertelt een meneer die naar buiten komt. Ik jammer dat er een hond is maar de man geeft geen genade. Hij wijst naar de weg boven ons, waar een trap naar leidt die 10 meter achter hem staat. Maar nee, we mogen die niet gebruiken.

We keren om en we verzinnen een plan om langs de hond te komen (of eigenlijk, mijn plan: Robin moet aan de kant van de hond). We zien de hond in de verte maar daarvoor zien we een trap die naar de weg leidt. Je kan op de trap lopen maar het is verboden toegang. Na een paar treden zien we hoe krakkemikkig de trap is en dan loop je ook nog met een fiets op je schouder. De elfde trede mist ook. Robin: ‘Dit is echt gevaarlijk, we moeten terug. Kijk hoe verroest deze trap is!’ ‘Nee, ik ga echt niet langs die hond’, zeg ik en dat is ook het enige dat ik kan denken.

Als we boven komen zien we dat er een hek voor de weg is geplaatst waar de trap eindigt. En ook daar missen planken (en het is een stuk hoger). Dus de fietsen erover heen tillen, maar hoe dan? Ik wil door een gat kruipen in het hek maar dan klimt Robin met zijn fiets op zijn schouder via de zijkant over het hek heen. Als hij op de stoep staat is daar de eerste opluchting. Vervolgens til ik mijn fiets op, Robin pakt de fiets aan en uiteindelijk klim ik door het gat in het hek. Robin zegt later nog dat het echt veel te gevaarlijk was, gevaarlijker dan de hond. Ik denk dat papa precies hetzelfde zou hebben gezegd en ook de details zou hebben genoemd over wat er mis is met de trap. Als we daarna ergens gaan lunchen horen we Phil Collins. Weer een nummer dat bij de uitvaart werd gedraaid en daarna nog een ander nummer van hem. Dat is voor mij een teken dat papa ons heeft geholpen met onze traptocht. Of het nu zo is of niet, ik vind het een fijn idee. Bedankt papa!

                                 Canyoning – Ik spring en Robin heeft net gesprongen

            Zonsondergang in Pucón

          Ons leuke houten huisje

           Na het houten huisje slapen we 2 nachtjes in deze bus!

           De trap of de hond…