Een keer in de zoveel tijd moet ik langs het ziekenhuis voor een check. Even een check om te kijken of alles oké is.

Deze week bracht ik weer een bezoekje aan het ziekenhuis en dat is toch best fijn. En wel om drie redenen:

  • De meest logische reden: je weet weer hoe het gesteld is met je lichaam. Zoals je misschien al vaker hebt gelezen van mij: ik ben (meestal) niet bang om naar het ziekenhuis te gaan voor een controle maar het is toch best fijn om even die bevestiging te krijgen dat alles goed zit.
  • Tijdens mijn chemo’s en aan het begin van mijn herstel vond ik het echt heel fijn als ik weer naar het ziekenhuis kon. Ik durfde dit niet uit te spreken – de meeste mensen vinden het verschrikkelijk om ook maar een stap te zetten in het ziekenhuis – maar nu we weer twee jaar verder zijn, snap ik waarom ik het eigenlijk best fijn vond: die wereld buiten de ziekenhuisdeuren waar ik eerst zo goed in paste voordat ik ziek werd, daar paste ik nu totaal niet meer in. Het was een grote, rare, enge wereld voor me geworden. Ik snapte de wereld niet meer zo goed en ik merkte dat deze wereld al helemaal niet gemaakt is voor heel recente ex-kankerpatiënten, zoals ik. Ik voelde me als een vogeltje dat te vroeg het veilige nest verliet, ik kon nog net niet zelf vliegen. En het veilige nest, dat was voor mij het ziekenhuis. De mensen daar begrepen mij en ik kon daar op dat moment mezelf zijn. Nu pas ik gelukkig weer in deze wereld en kan ik weer ‘heel goed vliegen’. Alsnog vind ik het niet erg om langs het ziekenhuis te gaan – heel fijn kan ik het ook niet meer noemen – zo kan ik meteen even een praatje maken met de mensen die er werken en die ik ondertussen ken van mijn bezoekjes.
  • En dan de laatste, ook wel de belangrijkste reden: het laat je weer even zien waar je vandaan kwam en hoe goed je het nu hebt. Deze ziekte laat niet te raden over en je ziet al snel de mutsen over de kale hoofden, de pruiken bij vrouwen en soms ook de shameless kale hoofden. Mensen met nog maar één been in een rolstoel (dat zag ik dus deze week) en patiënten die in bedden worden vervoerd. OJA, oh – ja, dat was jij ook Anouk, iets meer dan twee jaar geleden.

Kijk eens waar je nu staat en hoe goed het met je gaat, dat had je toen toch niet kunnen bedenken?

Wij mensen zijn veel te veel bezig met wat niet lukt en wat we niet hebben. Het is bijna nooit (goed) genoeg. We staan te weinig stil bij het proces zelf en we zijn teveel bezig om dat ene doel te behalen (of natuurlijk meerdere doelen). En als we dat doel hebben behaald, dan willen we meteen weer meer.

En of het nu voor mij zo’n ziekenhuis bezoekje is en voor een ander het 20.00 uur journaal of een reis om de wereld:

sommige dingen zetten je weer even met je beide benen op de grond en laten je beseffen wat we hebben. Laten we allemaal wat meer blij zijn met wat we nu hebben en met wie we nu zijn en de mooie dingen vieren in het leven.

LIEFS