Vanuit Bogota vlieg ik naar de hoofdstad van Ecuador: Quito. Het is nog vroeg en ik merk dat ik een lichte kater heb. En in combinatie met een vroege vlucht… = niet fijn. Maarja eigen schuld. Gelukkig word ik opgehaald. Vanuit het hostel hebben ze een taxi laten komen en de man spreekt Engels (ook weleens fijn) en het is ongeveer 3 kwartier rijden naar het hostel.
Meteen valt de helderblauwe lucht me op, de vulkanen en de bergen. Ik krijg meteen een fijn gevoel bij de stad waar we naartoe rijden.
Als we aankomen, is het nog vroeg, rond 9 uur ’s ochtends dus mijn kamer is nog niet klaar. Gelukkig willen ze die meteen klaarmaken waardoor ik na een uurtje even kan slapen want ik ben moeeee. En ik voel me een beetje verloren. Dit is even een tussenperiode: Robin is naar huis en ik moet nog 5 dagen wachten op mijn speciale bezoek (en ik bedenk me ook dat die vroege vlucht, weinig slaap, en de alcohol van de vorige avond ook niet erg meehelpen 😉 )
Na het slapen ga ik lekker Netflixen, ‘Casa del Papel’ (zoooo leuk) volg ik dus dan werk ik ook nog een beetje aan mijn Spaans. De hele dag ben ik een beetje aan het lummelen, loop even de stad in en ’s avonds denk ik: ‘Oke Anouk, we gaan weer even sociaal doen’, want ik weet dat dat meestal wel helpt na zo’n dag. ’s Avonds maken ze heerlijke falafel in het hostel, voor een paar dollar kun je mee-eten dus dat doe ik dan ook. Hier komen mijn social skills weer tevoorschijn en ik ontmoet leuke mensen. Wel ga ik vroeg mijn bedje in en ik besluit me de volgende ochtend aan te sluiten bij een Free Walking Tour.
Tijdens deze tour ontmoet ik Savannah, een meisje uit NY en we hebben een leuke klik. Dat vond ik best bijzonder want meestal (en nu zeg ik meestal want ik wil niet alle nationaliteiten over een kam scheren) vind ik Amerikanen heel overdreven en dat matcht vaak wat minder met nuchtere Nederlanders 😉 Maar met Savannah is het heel chill en ze is ook nog eens vegetariër, als dat geen match is! Na de tour eten we met nog een paar anderen in een vegetarisch tentje: voor 2,50 dollar een heel menu! En daarna boeken Savannah en ik een tour om de volgende dag naar Mindo te gaan, een klein jungleachtig dorpje.
De volgende ochtend moeten we vroeg opstaan. Eerst vraag ik aan Savannah of ze mij wilt wakker maken (want ja, geen telefoon dus geen wekker) maar we komen tot de ontdekking dat er een Duitse jongen in mijn kamer slaapt die ook naar Mindo gaat, dus hij maakt me om 5.30 wakker. Mijn tas heb ik al klaar en als ik even later mijn kluis wil dicht doen, gaat ie niet dicht. Het is dus een schuiflade, onder het stapelbed. En ik lig boven en een Spaanse jongen onder mij. Dus ik rommelen aan dat ding en ik voel me een beetje schuldig want volgens mij maak ik mijn onderbuurman wakker. Ik ben echt wel dik 5 minuten bezig met die stomme schuiflade, maar het lukt gewoon echt niet.
Als ik er even later tegenaan trap, werkt dat natuurlijk niet mee. (Ik hoor mijn vader al zeggen: ‘Met beleid, Anouk’ en dan zeg ik: ‘Dat heb ik niet!’) Dan hoor ik mijn buurman fluisteren: ‘What are you doing?’ Dus ik uitleggen dat dat kreng niet dichtgaat.
Hij vraag of hij kan helpen maar ik zeg dat het niet hoeft. Uiteindelijk, als ik wat rustiger word, krijg ik het rotding toch dicht. Ik glip snel de kamer uit want iedereen haat me nu waarschijnlijk, haha. (’s Avonds zie ik mijn buurman en wrijft hij het er nog even lekker in en lacht me natuurlijk uit, dan kan ik er ondertussen ook om lachen).
Als we daarna aankomen bij de bus, staat mijn naam niet op de lijst. ‘Kun je de bevestiging laten zien op je mail?’ NEE WANT IK HEB GEEN TELEFOON!, denk ik dan. Maar gelukkig kan ik even op die van Savannah. Alles gaat tegenwoordig via je telefoon. Eigenlijk vind ik het wel prima dat ik er geen heb, alleen met zulke dingen is het af en toe lastig.
Na 2 uur komen we aan in Mindo, we bezoeken een Butterflyfarm (wat eigenlijk nog best leuk is maar klinkt misschien een beetje saai), we maken een wandeltocht naar een waterval en daarna gaan we ziplinen. Ik ben met vier andere meiden en ze vinden het allemaal een beetje spannend. ‘Ajoh, makkie’, denk ik. Maar het is nog best een lang stuk en de laatste afdaling moet je jezelf een beetje sturen met een handschoen.
Dit vind ik maar niks. Ik zie het wel weer voor me dat mijn hand ertussen komt of weet ik veel wat. Maarja ik ging met mijn grote mond als eerst… Ik vraag denk zo’n vijf keer of het echt moet, die handschoen gebruiken, en hoe dat dan precies moet. Eigenlijk wil ik nog vragen: ‘Uhm, wil iemand anders eerst?’ En dan denk ik: Hoe moeilijk kan het zijn, dus zoefff, niet nadenken en gaan. Mijn vingers zitten er nog allemaal aan.
Daarna gaan we eindelijk lunchen (de hele groep is uitgehongerd). Sav en ik krijgen als laatste ons eten want de vega maaltijd duurt wat langer. Mensen kletsen een beetje met elkaar maar mijn energie is op en ik heb echt eten nodig, haha. En als iedereen aan het eten is, nog meer! Maar ook de vegetariërs krijgen hun eten. Daarna naar een chocolate farm waar we te zien krijgen hoe ze chocolade krijgen, en het natuurlijk mogen proeven! (en kopen, hihi). Vervolgens weer terug naar Quito waar we met z’n drieën nog een hapje eten (Sav, de Duitse jongen en ik). Als zij daarna nog een biertje gaan doen, pas ik. Ik neem een douche en kruip mijn bed in, ik ben op!
Wat waarschijnlijk ook meespeelt is dat de Duitse jongen tijdens het afrekenen begon over een of andere beroemde kok die zelfmoord had gepleegd. Dan noemt hij nog een bekendheid op en Sav haakt er ook op in. Ik ben moe, krijg een soort kortsluiting in mijn hoofd en zeg dwars door ze heen: ‘Willen jullie hier niet over praten? Mijn vader heeft dat vorig jaar gedaan.’ BOEM, ik laat even een bom vallen en het is eruit voordat ik het door heb. Ik vind het irritant als mensen hun mening erover hebben, terwijl het natuurlijk heel normaal is want iedereen mag zijn of haar mening over iets hebben. Maar ik krijg het gevoel dat ik mezelf en/of mijn vader moet verdedigen. Dat mensen er niet zo makkelijk over moeten denken en dat ze het niet snappen. Nu snap ik het in feite natuurlijk ook niet, hoe je je dan voelt als je zoiets doet (en dat is denk ik maar goed ook) maar er zit zoveel geschiedenis voor. En dat weten mensen vaak niet. Nu zeiden ze ook niet perse iets voor mij wat niet leuk was, of waarvan ik vond dat ik me moest verdedigen, maar ik had even echt geen zin in het onderwerp.
Die dag erna heb ik een chilldag en ben lekker aan het schrijven. Ook ben ik de laatste tijd bezig met: ‘Wat ga ik doen als ik weer in Nederland ben!?’ Hier heb ik de laatste tijd veel over nagedacht. En dan niet: ‘Wat willen anderen of wat verwachten anderen?’ Maar wat wil ik op dit moment nu het liefst. Daar ben ik achter gekomen, en op het moment dat ik het wist, voelde het meteen goed en dacht ik: ‘Ja, dit is het gewoon, dit ga je doen!’ Wat dat is, dat ga ik nog niet verklappen, eerst nog even verder met de reis…
Na mijn chilldag eet ik ’s avonds weer gezellig in het hostel en gaan we met een groep uit. Ook kom ik erachter dat ik best wel goed ben in beerpong (en ik laat de man in mijn team gewoon het bier drinken want daar ben ik dan weer iets minder goed in). De volgende ochtend check ik uit met een lichte kater. Ik bel met Sanne, Manon en Robin en kijk mijn favo serie af! ’s Middags ga ik met een Vlaams meisje naar El Panecillo. Een punt waarvandaan je de hele stad kan zien en waar een beeld staat, de heilige maagd van Quito. Daarna naar mijn hotel gegaan waar ik drie nachtjes heb geboekt voor ons… (wie die andere persoon is, hoor je zo).
Ik kom het hotel binnen en voel me net een kind dat na een lange tijd weer in een snoepwinkel is. Wat een luxe joh. Ik heb lekker een pizza laten bezorgen, heerlijk gedoucht en vraag of de receptie me de volgende ochtend wilt wakker bellen om 5.30 uur. Hij belt alleen 3 kwartier te vroeg, beetje jammer. Maar in die tijd bel ik Manon nog even, soms best handig dat tijdsverschil.
De taxichauffeur staat al te wachten als ik beneden kom. Een super leuke vent die duidelijk articuleert en dat maakt het verstaan van Spaans veel makkelijker. Zo’n 3 kwartier met hem gepraat in de auto dus goed vermaakt. En ik ben trots omdat ik zolang kan blijven meepraten met hem. Nu zijn het geen geweldige hoogstaande gesprekken
Daarna wachten we samen op het vliegveld en daar komt: MAMAAAAA, helemaal vanuit Nederland gevlogen.
Volop kletsend rijdt de meneer ons naar het hotel en daar hebben we een heerlijk ontbijt. Even gechilld, een powernap gedaan en toen de stad in gegaan. Beetje graffiti hier en daar gezien en lekker geluncht. Oja, dat is ook nog zoiets. We zitten bij een lunchtent (als enige) en bestellen broodjes. Vijf minuten later komt ze terug dat ze geen broodjes hebben. Mama vindt het maar raar, je kan broodjes en salade krijgen en ze hebben geen broodjes? En ze zijn net open en we zijn de enige?
Welkom in Zuid-Amerika, mam.
Einde middag terug naar het hotel waar naast ons de karaoke bar geopend is, met ‘Angels’ van Robbie Williams. Zo’n beetje het ergste lied dat je kan karaoken met die uithalen, oei..
De volgende dag ben ik jarig! We slapen lekker uit en na het ontbijt maken we onze tassen klaar voor de jungle. Einde ochtend eten we taart: want het is feest. Ook laat ik mama plekjes zien waar we met de free walking tour zijn geweest. Eigenlijk is het verder niet zo’n boeiende dag, lekker chill en we moeten vroeg ons bed in want de volgende dag gaan we de vulkaan Cotopaxi beklimmen.
Vulkaan Cotopaxi
Om 7 worden we opgehaald. We stappen met zijn tweetjes een leeg busje in. Eerst denken we dat we door onze chauffeur naar een andere groep worden gebracht met (even later) nog een Colombiaanse jongen. Maar wij drie blijken ‘de groep’ te zijn. De guide spreekt in het begin alleen maar Spaans dus ik vertaal alles voor mama. Soms twijfel ik en vraag ik of hij het wil herhalen, andere keren vind ik het wel prima en zeg ik tegen mama wat ik denk dat het ongeveer is (kan er ook helemaal naast zitten maarja kan ik nog een beetje mijn fantasie laten gaan op de woorden).
Valse paspoortnummers
Dan vraagt onze guide om onze namen en paspoortnummers op te schrijven. Ik weet na een half jaar reizen wel mijn nummer uit mijn hoofd maar mama niet. Ik heb geen zin in gezeur en omdat ik ondertussen weet hoe het hier gaat, verzin in een paspoortnummer (met de eerste 4 letters van Robin’s nummer, dan lijkt het nog een beetje geloofwaardig vind ik zelf). Mama is een beetje zenuwachtig, en als de guide iemand belt om de nummers door te geven, denkt mama dat we door de mand vallen. Maar uiteindelijk vraagt niemand ernaar (af en toe is dat zooitje ongeregeld in Z-A heer-lijk).
Daarna stoppen we ergens voor ontbijt, kopen we een trui, handschoenen en muts voor mama en maken een paar mooie kiekjes van de vulkaan tegen een knalblauwe lucht! Uiteindelijk stappen we bij een punt uit en vanaf daar lopen we langzaam naar boven. Ja echt langzaam, want we zitten op 4600 + meter. Maar uiteindelijk zijn we er dan. Na een pauze en foto’s weer naar beneden (dat gaat een stuk sneller). Alleen mama voelt zich niet zo goed als we eenmaal naar beneden in de auto zitten en ze gaat op de achterbank liggen. Na een tijdje tikt ze me aan en zegt dat we moeten stoppen. Ik zeg het tegen de chauffeur, en de deur is nog geen 1 sec open of mama kotst nog net vanuit de auto naar buiten. Ik voel me deels schuldig want dit komt hoogstwaarschijnlijk door de hoogte en daar is mama natuurlijk nog niet aan gewend vanaf Nederland. Maar dit was de enige dag dat we deze tour konden doen dus we zijn achteraf wel blij dat we dit hebben gedaan. Na de lunch worden we weer bij ons hotel gebracht. Daar pakken we weer een koffer om deze naar ons hostel te brengen die we na de jungletour hebben geboekt (zo hoeven we de dingen die we niet nodig hebben, niet mee te sjouwen).
De taxichauffeur die de weg niet weet…
De taxichauffeur zegt dat hij de straat kent, maar als we rondjes blijven rijden, word ik een beetje kriebelig. Ik vraag of hij weet waar we heen moeten, dan bekent hij dat hij het ‘ongeveer’ weet. Ik vraag om zijn telefoon en zoek het adres op maar dat lukt niet en de telefoon valt uit want de batterij is op. Hij vraagt tussendoor nog de weg aan andere chauffeurs maar zij weten het ook niet. De meter loopt ondertussen door en ik zeg dat ik het bedrag niet ga betalen, hij zegt: ‘ok, ok’. (eigenlijk krijg ik ook een beetje medelijden met hem…)
Dan bedenk ik me dat ik nog een ouderwetse kaart heb in mijn tas en half in het donker zoek ik de straat op waar we heen moeten. Ja hoor dat lukt! Ik wijs de straat aan en zo’n 5 minuten later zijn we er. Bij elkaar zo’n 3 kwartier in de auto gezeten wat ongeveer 20 minuten had kunnen duren, maar oke. Het gaat mij dan ook niet zozeer om dat het langer duurt, of dat we eventueel meer betalen maar dat je geen idee hebt waar het heen gaat. En dat de chauffeur zegt dat hij weet waar het is en dat hij het eigenlijk helemaal niet weet en ik uiteindelijk de weg nog aan het opzoeken ben.
Maar goed, ‘weer een leuk verhaal voor het blog’, zei ik dan ook tegen mama. Het zal ook wel de vermoeidheid van de hele dag zijn. Ik dump de koffer in het hostel, vraag of de taximeneer even wil wachten (was ie me wel schuldig vond ik) en daarna hup weer naar het hotel. Dit ging trouwens allemaal in het Spaans en was er best trots op dat het uiteindelijk lukte. ‘Nu weet je wel de weg toch?’, grap ik nog tegen hem.
In mijn volgende blog vertel ik hoe het ons afging in de Jungle…