‘Doei, wij gaan in Medellin wonen!’ Deze titel bedacht ik toen Shan en ik op een terras zaten en we helemaal verliefd waren op Medellin. Toen was mijn telefoon nog niet gestolen. Maar alsnog, we voelden ons heel erg thuis in Medellin, bijna het Zuid-Amerikaanse Amsterdam. Leuke winkeltjes, restaurantjes, mooie mensen kijken die nog leukere kleding dragen. Ja wij zaten hier wel op ons plekje.

Als ik aan kom in het hostel waar Shan en ik hebben afgesproken brabbel ik in het Spaans tegen de dame achter de receptie dat mijn vriendin Shannon hier al is. Voordat ik een goede zin uit mijn mond heb, komt uit de kamer naast de receptie mijn vrolijke en BRUINE Shan tevoorschijn. En wat een metamorfose met de korte blonde krullen die eerst lang en donker waren. Het is heel gek om elkaar hier te zien maar als je elkaar al (even rekenen) bijna 23 jaar kent, is het zo weer normaal. We kletsen de hele avond bij maar hebben nog genoeg geklets over voor de komende week natuurlijk.

De volgende dag besluiten we om ergens te lunchen. Als we eenmaal die straat binnenkomen worden we toch verwend: er is een braderie! En wat voor een. Met DJ, lekker eten, te leuke sieraden, kleding etc etc. Maar voordat we willen kopen: eerst eten. Prioriteiten stellen natuurlijk. Na een heerlijke lunch kunnen we eindelijk rondneuzen. En omdat ik in een spontante bui mijn bikini in Peru heb weggegooid, moet er natuurlijk een nieuwe komen. Ik pas een badpak, maar die is meer voor Latina’s gemaakt: het badpak komt tot boven mijn navel en dan stopt die. Laten we dat maar niet doen. Even later vinden we allebei leuke oorbelletjes: dus doen. Dan weer een winkel met bikini’s. Ik kan mijn geluk niet op want ik vind er 3 hartstikke leuk. Nu nog passen. Ook komt Shan er nog met eentje, had ik er niet meteen uitgepakt maar toch passen.

De eerste die ik pas (en dus het leukste vind) is toch niet zo mooi. Hmm. Volgende dan maar: die Shan heeft gepakt. Ik trek ‘m aan en denk: WAUW. ‘Shan kom is kijken!?’, roep ik vanachter het gordijn. ‘DOEN!’, zegt Shan als ze het ziet. En inderdaad, wat een leuk ding. Ik pas er nog 2 en wordt nog op een andere verliefd. Ze zijn niet zo duur, en heel mooi, en van een Colombiaans merk… en als ik hoor dat er 20% korting is denk ik: ;Ja ik neem ze beide.’ Dus 2 nieuwe bikini’s. Olee!

‘Wat doen we aan vanavond?’, zeg ik als we de winkel uitlopen. Want we willen uit. ‘Eigenlijk wil ik het liefst 1 van mijn nieuwe bikini’s aan’, gniffel ik. Maar nee, toch niet zo’n goed idee, maar we willen wel wat nieuws! Shan vindt een jurkje, waar de verkoopster ook helemaal enthousiast over is. Dan probeer ik ook een jurkje en wil ik die eigenlijk ook wel.

‘Mijn moeder vindt het sowieso leuk als ik dit koop.’ ‘Ja mijne ook’, zegt de ander en we krijgen de slappe lach. Dus onder het mom van; ‘ja mijn moeder vindt dit sowieso ook leuk’, kopen we de jurkjes, vraag ons niet waarom. Als we buiten komen schijnt de zon recht in ons gezicht. Shannon: ‘Dat betekent dat we een goeie aankoop hebben gedaan.’ En ik kan het niet ontkennen natuurlijk. Als we teruglopen naar ons hostel zeg ik: ‘Nou ik zou hier wel kunnen wonen!’ ‘Ik ook! Echt een leuke stad.’ ‘We hebben drie straten gezien, gewinkeld en goed gegeten, maar toch.’ ‘Ja, komt vast door de winkels…’

‘s Avonds eten we de lekkerste pizza’s, vervolgens kleden we ons om en we maken ons weer op na 100 jaar. En dat lekker tutten samen (mijn moeder noemt dat ‘tutten’, of terwijl opmaken) is weer zo leuk! Vooral om samen te doen, wat hebben we dat gemist. We drinken op het dakterras nog even een biertje met een paar gasten. Ze vertellen ons dat je hier vlakbij lekker en goedkoop kan eten. ‘Wat dan?’ vragen wij. ‘Een bord met pasta, rijst, aardappels en vlees in 1’. En dat eten zij iedere dag, zeggen ze. En dat is natuurlijk helemaal prima. Maar Shan en ik kijken elkaar aan en we weten al dat we daar niet gaan eten. (Ook omdat we allebei vegetarisch zijn). En daar hebben we het later ook over als we met z’n tweeën zijn. Want je kan tijdens je reis makkelijk geld besparen door iedere dag naar zo’n tent te gaan en dat te eten. Maar dat is voor mij dan toch niet echt reizen. Shan vertelt ook over een meisje dat iedere dag droge pasta at met wat kruiden, om zo geld te besparen. Het hoeft voor ons ook echt niet iedere dag luxe en top eten te zijn maar ik ga ook niet iedere dag hetzelfde eten om geld te besparen, dan ga ik liever naar huis, of korter reizen. Lekker eten hoort voor ons ook bij het reizen, en vooral als we 1,5 week samen zijn. (Met Robin ook trouwens…) Ook weer interessant om te horen hoe iedereen reist en iedereen doet dit natuurlijk op zijn of haar eigen manier.

Na het biertje gaan we naar Son Havana, een salsa club. Als we binnenkomen is ons oog meteen gericht op de knapste, Colombiaanse muzikant ooit en we zijn opslag verliefd op hem en zijn trompet (sorry Robin). Als verliefde tieners staan we de hele avond hem aan te gapen, waarschijnlijk had de hele zaal het door. Maarja tijdens het reizen is het altijd: ‘Die zien we toch nooit meer’, dus het maakt niet uit. Shannon maakt ook nog een filmpje waarop hij stiekem goed te zien is. Terwijl wij onze knappe Colombiaan bekijken, komt er een man naar me toe en vraagt me ten dans. Hij had mijn vader kunnen zijn (natuurlijk lang niet zo knap) maar ik denk: oke ik waag het erop. Ik zeg wel dat ik niet zo goed kan dansen hoor (als je al die mensen op de dansvloer ziet, jeetje mineetje). Maar tijdens het dansen voel ik me eigenlijk niet zo op mijn gemak. Als het nummer afgelopen is, bedank ik hem met mijn grootste glimlach en loop snel naar Shan. ‘Hij danste helemaal niet chill’, niet dat ik er veel van bak, maar het was niet echt een dansmatch.

De mannen die ons daarna ten dans vragen, zeggen we heel beleefd ‘Nee dankje’ tegen. Onze band is er inmiddels ook mee gestopt en we gaan naar buiten, om te kijken waar onze knapperd uithangt (en eigenlijk ook om weg te gaan). We zien hem nog even buiten staan en dan gaat hij er vandoor met zijn instrument. We besluiten ook om te gaan, maar we willen nog wel ergens anders heen want de nacht is nog jong. We komen bij ‘de uitgaansplek’ uit en stappen een… tja wat is het… foute kroeg/club in.

We bestellen een cola (we worden oud). Achter Shannon is een tafel met 4 jongens en om de beurt lopen ze langs onze tafel en checken ons gigantisch. Uiteindelijk komt de stoerste naar ons toe en vraagt of we bij hen komen zitten. Het is best gezellig en we besluiten met ze naar een club te gaan als de meest bijdehante zegt: ‘Als jullie dan maar geen cola drinken hoor.’ Dat moet je dus niet tegen deze meiden zeggen, want dan komen onze klauwtjes tevoorschijn, want dat bepalen we zelf wel. Hij had die felle reacties niet verwacht en hield meteen zijn handen omhoog. Nog een ding dat je leert in Z-A, je moet de mannen hier af en toe echt even op hun plaats zetten, want de man-vrouw relatie is hier nog een tikkie anders dan in Nederland.

We gaan dansen maar ze willen ons te graag leren hoe je ‘goed’ danst ‘I can teach you anything’ en na een tijdje vinden we het niet meer zo leuk. We willen gewoon lol hebben. Als ze ook nog met een uitgestippeld plan komen over wat we de rest vd avond kunnen doen, houden we het voor gezien. Wij hebben ons eigen plan en gaan naar ons hostel, doei!

We komen tot de conclusie dat het goed is dat we niet met de onbekende, knappe muzikant hebben gepraat. We later het lekker onbekend, misschien is ie wel een lul en dat zou toch zonde zijn. Wel willen we een naam voor hem. Shannon: ‘Pablo.’ A: ‘Nee zo heette mijn parasiet!’ S: ‘Waarom noem je die dan ook Pablo?’ A: ‘Klinkt lekker: PPablo de PParasiet.’ Uiteindelijk (na nog 20 Spaanse namen opnoemen) wordt het: ‘Diego Rodrigo’ (ja, hij krijgt 2 namen).

De volgende middag brunchen we en daarna gaan we naar een museum. We praten een beetje over vroegah, en over het plan dat we op ons 22e hadden gezegd dat als we 27 waren, we dan naar Parijs zouden gaan en een Chanel tas zouden kopen. Nu worden we bijna 27 en denken we daar heel anders over. Jeetje wat je allemaal met dat geld kan doen, hou op zeg. We zijn ouder geworden maar ook wijzer 😉

We zien ook veel jonge ouders met een kind. A: ‘Pff, als ik dat zie. Ik heb nog helemaal geen zin om aan iemand anders te denken, of te zorgen dan voor mezelf. Je twintiger jaren moeten lekker voor jezelf zijn’, besluit ik. S: ‘Nou kind, dan hebben we maar liefst nog 3 jaar te gaan’, en we krijgen de slappe lach. Oja fuck we worden al bijna 27.

En dan willen we ook nog oogdruppels voor mij, want ik heb droge ogen (ja nog steeds probleempjes met de geliefde lenzen.) We komen bij de drogist en ik probeer uit te leggen dat ik druppels nodig heb voor mijn ogen. We maken er een heel toneelstuk van en Shannon zegt uiteindelijk: ‘No mas aqua en los ojos’, dat betekent: niet veel water in ogen. Duidelijk toch? Maar de chick blijft op haar kauwgom kauwen en ze ziet er ook niet echt uit of ze haar best doet om het te willen begrijpen. Ze blijft zeggen: No se? (Ik weet niet). En een beetje met haar hand op de tafel slaan uit verveling. Haar houding bevalt me helemaal niet en zoveel geduld heb ik niet (ik gok dat het een trekje is van mijn vader), dus ik loop weg. Zoek het uit.

In het hostel zoeken we even op wat ‘droge ogen’ betekent: ojos secos. Dus met deze informatie gaan we naar een nieuwe drogist, die ons halve Spaans ook wat meer kan waarderen en we krijgen de druppels uiteindelijk!

Reizen naar Salento
Omdat we ‘maar’ 1,5 week samen hebben, besluiten we niet al onze tijd in Medellin te spenderen (hoe leuk dat ook is) maar ook de natuur op te zoeken. We reizen naar Salento in een minibusje. In het minibusje stapt ook een Frans stel met een mega leuke hond (ja deze keer vind ik honden ook leuk) en kijken naar deze jonge pup maakt zo’n busreis toch wel leuker. Vooral als het stel voor ons zit. Alleen halverwege de reis ruiken we de meest afgrijselijke luchten. We denken eerst ‘WIE IS DIT?’ maar al gauw weten we wie de dader, is de o zo schattige pup. Het Franse meisje ruikt ook niet zo fris. Als ze maar even een beetje beweegt komt er een lucht vandaan… jeetje, echt niet oke. Nu kan het natuurlijk dat je eerder stinkt dan anderen, en als je reist in warme landen gaat het stinken dan wat sneller… maar dit ruikt echt naar 1,5 week geen douche. (verder zijn ze aardig hoor, ik kan ook heel slecht tegen vieze luchtjes).

De weg naar Salento is ook niet zo fijn. Door de bergen en lekker zigzag weggetjes. Dus ik probeer zoveel mogelijk te slapen tegen de misselijkheid. Als we in Salento aankomen is het al donker. We lopen naar ons hostel en er zijn precies nog 2 bedjes over maar in verschillende kamers. Prima, doen we dat. We eten bij het hostel en daarna gaan we slapen want morgen wordt een lange dag.

De volgende ochtend staan we namelijk vroeg op om naar Valle de Cocora te gaan. Hier schijn je hele hoge palmbomen te hebben dus dat willen we weleens zien. Eigenlijk dachten we dat we een stukje moesten lopen en dat we de palmbomen dan zouden zien, maar het schijnt een hike te zijn van een paar uur. Max (vriend van Sven) is er net geweest en hij appte me dat iedereen zegt dat je er 6 uur over doet maar dat je het makkelijk in 4 uur kan doen. ‘6 uur is echt voor bejaarden’, zegt hij. We gaan het zien. We ontbijten in een schattig restaurantje en daarna lopen we naar het plein waar alle jeeps naar Valle de Cocora vertrekken. Al snel praten er 2 Duitse jongemannen tegen ons aan om te vragen of wij ook daarheen gaan. Ik klets enthousiast terug. Als ik ophoud met kletsen staart Shannon me met grote ogen aan. ‘Pfff, ik ga echt nog een koffie halen hoor. Ik ben nog niet helemaal wakker.’

We moeten allebei lachen, omdat het contrast zo groot is in de ochtend tussen ons. Ik kan net 1 koffie op en dan ben ik al een stuiterbal (eigenlijk zonder koffie ’s ochtends ook) en Shan heeft echt 2 koffie nodig om wakker te worden. Als Shannon terugkomt met haar koffie, mogen we de jeep in en we gaan naast de chauffeur zitten. (Ik probeer dit altijd te doen want dan kan je en veel zien, en ik word niet misselijk) Als we zitten zegt Shan: ‘He he, ik ben wakker hoor. Whoeeee, die koffie had ik echt even nodig. Tegen jou valt echt niet op te boksen in de ochtend.’

Tot zo ver Shannon en Anouk in de ochtend. We beginnen aan onze klim en we zijn nog geen 1 minuut onderweg of we komen een jongen tegen die gisteren ook bij ons in de bus zat. Hij blijkt Nederlands te zijn en ook in Amsterdam te wonen. Hij zegt: noem me maar Pieter, die naam gebruik ik in Colombia omdat ze mijn echte naam niet kunnen uitspreken. Maar al snel maakt Shannon er Pedro van, we zijn natuurlijk wel in een Spaanssprekend land. De weg naar boven is blubberig, erg blubberig. Het lijkt meer een survivaltocht dan een hike. Pedro mag voorop want hij neemt telkens de goede weggetjes (zodat wij hem weer kunnen volgen). Na een tijdje komen we bij een T-splitsing: naar links voor de palmbomen, of eerst naar rechts, kolibries zien en wat eten en daarna terug en naar de palmbomen. We kiezen voor optie 2. Terwijl we naar boven lopen begint het flink te regenen. Gelukkig heb ik mijn parapluutje bij me die ik al sinds de eerste week van mijn reis meesleep want in Brazilië kon het ook zo lekker regenen.

En oooh wat blij dat we naar de kolibries zijn gegaan. Wat een mooie beestjes, niet normaal. Echt heel speciaal om te zien. Ook bestellen we eten en alhoewel rijst echt niet meer kunnen zien na zo’n lange tijd reizen, smaakt dit echt super lekker! Salade, bonen, rijst en friet. Wat een combi, maar het is heerlijk! Als het weer wat minder aan het regenen is, zetten we ons avontuur voort: op naar de palmbomen! Want daar kwamen we voor en die hebben we nog niet gezien. Het is echt een hele leuke tocht en ook heel gezellig met z’n drietjes. We hebben de grootste lol, Shannon is tijdens de hike vooral gefascineerd door de wolken. ‘Check die wolken!’. Ja en het klinkt nu vast niet meer grappig maar de hele rit maken we grappen over de ‘wooooolken’. Dit moet je eigenlijk horen, en niet lezen. Uiteindelijk komen we dan bij de palmbomen, en geloof het of niet, maar na regen en donkere wolken breekt precies de zon door als wij bij de palmbomen aankomen. Pedro hebben we aangesteld als onze fotograaf en overal hebben we foto’s, want ‘dat vinden ze thuis leuk’. En wij maken natuurlijk ook foto’s van Pedro. En dan wordt er nog een video voor Max gemaakt want uiteindelijk doen we er 5 uur en 3 kwartier over, wat nou bejaarden!?

Als we in ons hostel aankomen houden we even contact met Pedro, om de avond leuk af te sluiten en met z’n drieën te eten. Terwijl Shannon op het balkon zit van ‘mijn’ kamer, klets ik even met een meisje uit mijn kamer. We praten Engels, maar heb eigenlijk nog geen idee waar ze vandaan komt. Af en toe zeg ik even snel iets in het Nederlands tegen Shannon. Na een tijdje komt Shan de kamer binnen en ze laat wat foto’s zien van vanmiddag. Dan zegt het meisje opeens: ‘Ah leuk, zien zien!’ Hu, ze kan een beetje Nederlands, denk ik. Maar dan begint ze vol in het Nederlands tegen Shan te praten. ‘Kom jij uit Nederland?’, zeg ik verbaasd. ‘Ja!’, zegt ze vrolijk. ‘Waarom praat je dan de hele tijd Engels met me?’ Ik voel me echt een beetje belachelijk gemaakt. Ik praat al een half uur met haar!

Het voelt zo raar, want zij wist al die tijd al dat ik Nederlands was, maar ze bleef Engels met me praten. Uiteindelijk spreken Shan en ik met Pedro af en gaan met hem eten. Onderweg praten Shan en ik over het meisje. Shan: ‘Wat nog stommer was, ze was tegen mij wel Nederlands aan het praten toen jij even weg was, maar tegen jou bleef ze Engels praten. Maarja, ook zo raar om er iets van te zeggen als jij met haar praat.’ Al met al dus een aparte situatie. Die avond eten we met Pedro en daarna gaan we poolen. Nou laat ik daar maar niet over uitweiden, laten we het zo stellen: we moeten nog even oefenen.

De volgende ochtend tijdens het ontbijt zijn we wat aan het kletsen als een jongen een tafeltje naast ons komt zitten en hij begint Engels tegen ons te praten. Maar dit accent laat heel erg blijken dat hij uit Nederland komt. Dus ik kaats terug: ‘Je hoort toch dat wij Nederlands zijn? Waarom praat je dan Engels tegen ons?’ Met het voorval van gisteren nog in mijn hoofd denk ik: Weeer eentje, doe niet zo tof. ‘Ja, haha ik ben het helemaal niet meer gewend om Nederlands te praten.’ In Colombia kom je overal Nederlanders tegen, maar oke. Later horen we hem tegen iemand zeggen dat hij in totaal 6 weken reist door Colombia. Shan en ik kijken elkaar aan en denken hetzelfde. Tot zo ver Nederlands die het cool vinden om net te doen of ze niet uit Nederland komen? (ofzoiets, ik weet eigenlijk niet wat het is, ik vind het maar raar).

Na het ontbijt bezoeken we een organische koffieplantage. Eerst denken we, waar zijjjjjn we beland. Maar de tour was echt heel goed en interessant. Ze hebben echt een kleine plantage en doen alles met de hand.

Om 12.00 uur staan we weer bij de bus, richting Medelling. Het zou ongeveer 6 uur duren maar uiteindelijk zijn we 21.30u op het station. Pff wat duurde deze rit lang. Er waren ontzettend veel opbrekingen, voor ons idee reed de bus 5 minuten, en moest daarna weer stoppen voor 10 minuten enzovoort. Het is niet erg om lang in de bus te zitten maar wel als het dubbel zo lang duurt als je dacht. Gelukkig lig ik weer veel te slapen…

We slapen in hetzelfde hostel en die dag erna doen we lekker heeel weinig. Lezen, (ik schrijven), koffie drinken en eten. Heerlijk. De volgende dag gaan we naar een citytour, super interessant! Want we schamen ons een beetje: we vinden Medellin een heerlijke stad maar wat hebben we hier nu eigenlijk gedaan? Gegeten, gewinkeld, gechilld, uitgegaan en… gegeten, hihi.

Wat heerlijk is hoor. Maar we willen wat over de stad weten. De tour is echt top! Echt de beste free tour die ik heb gehad deze reis. Ze vertelt super goed en enthousiast en de mensen daar… ze zijn zo lief en leuk! Ze zijn toeristen nog niet zo gewend dus soms zijn ze helemaal aan het staren. Onze guide gaat daar ook weer heel leuk mee om. Natuurlijk heeft ze het ook over ‘de man waarvan ze de naam niet noemt’. En wat weten wij er eigenlijk weinig vanaf. Als ik het goed heb, vertelde de dame dat hij 37.000 mensen heeft gedood. En dan bedoel ik niet hijzelf, maar dat er in ‘zijn tijd’ in Medellin zoveel mensen zijn gedood. Echt ontzettend veel. Zo ongeveer iedereen die in die tijd in Medellin woonden, heeft dan ook wel een naaste verloren.

Die avond slapen we in een ander hostel, meer een gezellig party hostel maar waar je ook goed kan slapen. We vallen met onze neus in de boter want die avond is er een ‘kroegentocht’ door het hostel georganiseerd. Als ik dit hoor moet ik eigenlijk weer denken aan mijn vakantie in Lloret toen ik 17 was of mijn studententijd, maar goed. Het is uiteindelijk super gezellig, misschien een beetje te gezellig. Want als we na het stappen nog met een groepje op straat staan te kletsen merk ik opeens dat mijn telefoon weg is. Er staan allemaal verkopers om ons heen die snoep en dat soort troep verkopen dus ik weet meteen al hoe laat het is. Ik ben mega boos en val zo’n beetje de verkopers aan, als een bewaker voel ik overal bij ze waar ongeveer een telefoon kan zitten. Dan ren ik nog naar een andere straat want ik denk dat die verkoper mijn telefoon heeft. Ze blijven allemaal opmerkelijk rustig en als ik nu terug kijk heb ik geluk dat niemand van die verkopers boos op mij werd. Maarja, waarschijnlijk was die telefoon al met een ander vriendje van ze mee en was ik al te laat.

We gaan naar huis, maar ik kan niet slapen. Het is niet alleen die telefoon. Maar ook dat mensen zo dichtbij je komen, zonder dat je het door hebt, en dat dan je telefoon weg is en je er niets aan kan doen. Het is denk even alles bij elkaar. Ik baaaal enorm. De volgende ochtend, ik heb misschien een uur ‘geslapen’, gaan Shan en ik naar het politiebureau.

Naaa, wat je daar ziet: bizar. We komen dus een binnenplaats oplopen en daar zien we meteen 2 hokken met tralies waar mannen achter zitten. Gewoon buiten. Het ziet er zo raar uit. We worden meteen nagejoeld en Shan en ik kijken elkaar aan. Wat is diiiiit!? Maar we proesten het ook uit van het lachen want het is zo gek (en nog een beetje alcohol stroomt door ons bloed plus weinig slaap…) Ik leg uit wat er is gebeurd en ben eigenlijk best melig onder de hele situatie. We zijn eigenlijk ook gezellig aan het kletsen met de agent en ik moet continue lachen? Ik hoor Shan een paar x zeggen: Nouuuk, doe normaal.
Dat kan ik nog herinneren, wat ik allemaal vroeg, weet ik niet meer. Wel weet ik dat de agent vroeg of ik Colombiaans was, want ik was net zo vrolijk als alle Colombianen, terwijl mijn telefoon net is gejat?! Hij vertelt ons ook dat we hier geen aangifte kunnen doen maar een taxi moeten pakken en 20 min verderop aangifte moeten doen. ‘Kunt u ons niet even brengen?’, vraag ik poeslief. Maar dat gaat niet. Dus, daar zitten we dan in de taxi.

Als we aankomen mag ik meteen door. Shannon mag niet mee. Ik moet een trap op en daar zitten 3 junkies op stoelen me aan te gapen en ik voel me niet zo op mijn gemak. Er komt een politieman aangelopen, hij kijkt op mijn brief (het hostel had een brief gemaakt met de uitleg, toch wel makkelijk) en hij vertelt me doodleuk dat ik dinsdag kan terugkomen. DINSDAG?! Ik wil maandag al naar mijn volgende bestemming! Nee dinsdag kan het pas. Kan het echt niet vandaag? Plieeeese. NEE.

Ok doei. Dus 10 minuten laten zitten we weer in de taxi terug naar het hostel. Maar de meter van de taxi gaat wel erg snel, merkt Shannon op. En dat vertelt ze de chauffeur. Iets van ‘muy rapido’ en wijzend naar de meter. Dan begint de chauffeur een heel verhaal. Hij houdt maar niet op. Shan heeft al 4x, ‘Ah, si gracias’, gezegd maar hij blijft maar door ratelen. En we snappen er niets van. Ondertussen zak ik verder weg in mijn stoel want ik krijg de slappe lach. Het gezicht van Shannon en dan die man die blijft door ratelen, het is echt geweldig. Dan roep ik ook nog een paar keer ‘Vale, gracias!’ en Shan nog een paar keer en na nog eens 5 minuten houdt hij eindelijk zijn mond.

Na onze geweldige ochtend ploffen we in bed en later die middag zijn we vooral niets aan het doen. Oja en hele grappen flauwe maken over Anouk die geen telefoon heeft. Foto’s maken met mensen van het hostel en dan: ‘Oja stuur ook even naar mijn telefoon!’, zulke dingen. Agh ja, je moet wat.

We denken eraan om ’s avonds uit te gaan, maar tegen de avond denken we: we lijken wel gek. En wat onze vakantie ook vaak voorbij komt: oh god, we worden oud. Dus nee, laat de jonkies in dit geval gaan. Wij gaan slapen. Shannon vertrekt de volgende ochtend vroeg.

Daarna heb ik 2 dagen echt mega dipdagen. Ik zie het even niet meer zitten. Ik heb dromen over papa, ik wil naar mama toe, dat gezeur met die aangifte en er is iemand in mijn kamer waar ik me mateloos aan irriteer. Dus ik besluit die 2 dagen lekker te Netflixen. En daar ben ik meestal slecht in want na 1 of 2 afleveringen heb ik het wel gezien. Maar nu kom ik er niet af.

Dinsdag is dan eindelijk DE DAG. Ik mag aangifte doen. Dus ik weer naar het grote politiebureau waar het op dinsdagen dus stukken drukker is. Van een vrouwelijke politieagente krijg ik een nummertje als ik de brief laat zien. Ze lacht me uit en vraagt of ik helemaal geen Spaans kan. Een beetje Spaans, zeg ik. Wat een heks. Ze heeft ook een vervelende stem. Als ik eindelijk aan de beurt ben, vraag ik of ik iemand mag spreken die Engels kan maar dat kan niet. Ik antwoord op mijn beste Spaans en dan komt er nog een meneer bij zitten die mijn paspoort heel aandachtig bekijkt. ‘Yo quiero una novia Hollandesa!’, zegt hij dan. (Ik wil een Nederlandse vriendin). Ik brabbel terug dat Nederlandse vrouwen lang zijn, dat ie dat vast leuk vindt. En inderdaad dat vindt hij leuk. Dan komt hij naar met toe en zegt in het Engels: ‘You are my future wife!’ Ik lach met hem mee en denk tegelijk: helemaal prima, als jij mij nu ook met die aangifte helpt.

Ze vertellen me waar ik heen moet, maar ik snap het niet echt. Dus mijn toekomstige man zorgt dat er iemand met mij meeloopt. Daarna heb ik mijn toekomstige man niet meer gezien. Ik ben weer in een andere wachtzaal terecht gekomen en er komt nu een jongedame een toespraak doen. In het begin denk ik: waar heeft ze het over? Dan hoor ik dat ze het over stress heeft en na een tijdje doet ze oefeningen voor om te ontspannen. Ja echt, zonder grappen. Soort yoga maar dan op je stoel. En omdat ik toch niets beters te doen heb, doe ik gezellig mee. Na vijf minuten houdt de pret voor mij al op omdat ik nu echt aangifte mag doen.

Deze man spreekt wederom geen Engels en ik laat hem de brief zien. Hij stelt nog drie vragen waarvan ik denk dat ik goed antwoord geef. De overige 40 minuten kijk ik een beetje rond en is hij aan het typen. Maar dan uiteindelijk… heb ik het bewijs hoor. Jeetje wat ben ik blij. Ik ben meteen in een betere stemming. En als ik terug kom bij het hostel ga ik mezelf eerst trakteren op een goede lunch want de afgelopen 2 dagen is het niet echt van eten gekomen. Ik neem mijn boek mee en ga een straat verder lunchen en ik voel me zo anders dan die dagen ervoor. Als het ook nog eens keihard begint te onweren (maar echt zo hard heb ik het nog nooit gehoord) maakt het mijn dag compleet. Echt heerlijk om het keihard te horen onweren. Ik merk ook dat ik het die dagen niet fijn vind om alleen over straat te lopen, ik ben echt even een beetje bang. Maar dat komt vast ook allemaal wel weer goed. Nu met het vliegtuig naar de kust, naar de zon!